Het is vrijdag de 13e dag van onze onderneming. De combinatie vrijdag en 13 voorspelt niet veel goeds. Het verloop van deze dag zou dit op diverse wijze bevestigen. Vannacht heeft het geregend en dus moet de tent nat worden ingepakt. het gewichtsverschil is onmiddellijk te merken op de fiets. De koffie om 11:00 uur (na 36km) smaakte in ieder geval goed in het gehucht Nieuil-Esproir. De route werd steeds mooier en op een gegeven moment kwamen we zelfs op een van de zeldzame Franse uitgestippelde fietsroutenetwerken door een prachtig natuurgebied. Ons navigatievermogen heeft zich naast de boekjes en de GPS inmiddels uitgebreid naar de stand van de zon in relatie tot de tijd van de dag. De slingerende route en de steeds wijzigende richting deden ons daarbij in toenemende mate overtuigen van het feit dat de Belle route niet Perse de Bon route zou zijn. Na 10 km kwamen we in een klein dorpje dat verdacht veel leek op een dorpje dat we 10 km daarvoor ook hadden gepasseerd. Mooie fietsroutes in France, maar het schiet niet erg op! Na de juiste route weer gevonden te hebben kwamen we in de plaats van onze voorziene eindbestemming Charroux aan. De beloofde camping bleek in geen velden of wegen te bekennen. Inmiddels komt ‘Zwolle’ (Henk en Anneke) ook aan in het dorp en na veel navragen blijkt de camping zo’n 10 km omrijden ergens in de middle of nowhere te zijn. De naam camping vertoonde ook geen overeenkomsten met iets wat je je daarbij voorstelt. Boven op een heuvel midden tussen de akkers op een veldje achter een boerenwoning en daartussen een gebouwtje waar de laatste grote schoonmaak plaatsvond in de tijd van Napoleon. Het gebouwtje bevatte de toiletten en douche en wasgelegenheid en had ten slotte een ruimte met een paar tafels en stoelen alsmede een afgesloten ruimte waar het ‘kantoor’ van de uitbater bleek te zijn gesitueerd. Naast Zwolle hadden wij gezelschap van 4 ezels die continu ruzie maakten, een kudde koeien die zich duidelijk afvroegen wat wij daar in godsnaam kwamen doen en een horde schapen. De boer kwam afrekenen (9 euro, ongeveer 10 keer te duur voor het gebodene) en zei dat het komende nacht weer zou gaan onweren. Als we wilden konden we dan schuilen in het stoelenhok.
De storm
Het is twee uur ’s nachts en we schrikken plots op van een gierende wind die onze tent teistert.
Geen seconde hoeven we na te denken en realiseren we ons dat dit geen normale wind of zelfs ook geen storm is. Het is veel meer dan dat en we weten ook dat we onder een paar bomen staan die ieder ogenblik aan de orkaankracht zouden kunnen bezwijken. 10 seconden later hebben we onze fietshelmen opgezet en we verwachten ieder moment een tak of een vliegende ezel op onze hoofden te kunnen krijgen. We vluchten de tent uit en met werkelijk gevaar voor ons leven banen we ons een weg naar het gebouwtje. Overal liggen takken en andere voorwerpen die daar beslist nog niet lagen toen we naar bed gingen. Aangekomen in onze schuilplaats realiseren we ons dat er geen spoor is van Henk en Anneke uit Zwolle. Weer naar buiten gaan is geen optie, al laten de muren van het gebouwtje ook geen gedegen indruk achter en voelen we de binnenmuren bewegen. Veel later komen Henk en Anneke binnen gestruikeld. Ze hebben hun pogingen hun tent te redden niet met een overwinning kunnen besluiten. De tent is platgegaan, alle spullen nat en hun luchtbed lekgeslagen tegen het prikkeldraad. Maar gelukkig zijn ze zelf veilig, ervan uitgaande dat het gebouw het niet begeeft. Pas om 4 uur die nacht lijkt deze superstorm uitgeraasd en kunnen we met ongeloof het tafereel buiten aanschouwen. Terwijl bomen zijn geknapt als lucifershoutjes zien we in de verte de contouren van ons tentje. Alsof er niets gebeurd is staat het er als een soort enig overblijfsel nog! Nadere inspectie laat zien dat zelfs al onze spullen nog veilig droog en wel binnen staan. De tent is onbeschadigd en nodigt ons uit nog een paar uurtjes te gebruiken voor de nodige slaap. Henk en Anneke blijven achter in het gebouwtje, hun schade nemen ze de volgende dag op. Gelukkig hebben zij alles kunnen repareren.
Dag veertien zijn we blij dat we er nog zijn en ondervinden onderweg de enorme gevolgen van de storm. Diverse wegen zijn afgesloten en midden op onze route ligt een enorme boom die de brandweer aan het wegzagen is. We kunnen er alleen langs via een wand met de fiets aan de hand. Om weer op de weg te komen moeten we met zwaar bepakte fiets over een greppel. De klap op het achterwiel van de fiets van Han blijkt 20 km verder te resulteren in een gebroken spaak. De spaak zit gemonteerd net achter de tandwielen en kunnen we onmogelijk vervangen. Ook de hulp van tegemoetkomende Nederlanders met een speciaal stuk gereedschap biedt helaas geen uitkomst. Met een met tape gespalkte spaak, een bijbehorende slag in het wiel en de zware tent naar Yolande overgeheveld, vervolgen we onze weg. Op zoek naar een fietsenmaker, wat een bijna uitgestorven beroep zal blijken te zijn. In alle dorpen die we passeren is de stroom uitgevallen die nacht en nog niet hersteld. Bakkers zijn gesloten omdat zij toch niet hebben kunnen bakken. Met veel moeite kunnen we bij een restaurant warm water krijgen met een zakje espresso oploskoffie. Deze dag rijden we maar 40 km, want de eerstvolgende camping ligt te ver weg om door te rijden. De Boeuf Bourgignon van de campingbaas maakt het een en ander weer goed.