Inmiddels zijn Han & Yolande vier weken onderweg met hun fietstocht richting Santiago de Compostela. Op Facebook en Twitter zijn al diverse korte updates geplaatst met betrekking tot de voortgang van hun uitdagende reis.
Op deze website nu het volgende uitgebreide reisverslag van Han & Yolande!
De 22e dag, zondag 4-8, ontvangen we de beloning van de klim van de dag ervoor. Een overwegend dalende etappe naar Punta la Reina. Dit is de plaats waar ook de andere route via Oloron en Jaca weer samenkomt. Al om 12:45 zijn we in de plaats van bestemming, hebben we al boodschappen gedaan en geluncht en ook nog eens 73 km afgelegd. De camping staat nergens aangegeven, maar die zou er wel moeten zijn. We vragen het een Spanjaard op een oude racefiets en hij wijst ons naar een steil grind en stenen pad dat verscholen ligt achter een muurtje, net over de historische brug die Punta la Reina bekend maakt. We doen geen pogingen te fietsen (zou een grove vorm van zelfoverschatting zijn) en proberen met de zwaarbeladen fietsen aan de hand ons naar boven te slepen. Als Han en Henk boven zijn (ongeveer 500 m bergbeklimmen voor gevorderden) moeten ze weer een kwart terug om de dames te helpen. Eenmaal boven is er de beloning. Een prachtige Auberg met zwembad met een adembenemend uitzicht van 360 graden en een bijbehorend campingbedje waar iedereen zijn eigen overkapte picknick tafel in de schaduw heeft. ’s Avonds genieten we van een 3-gangen pelgrimsmaal inclusief drank voor 10 euro p.p.
Maandag 5-8 is het al weer de 23e dag. We hebben besloten voorlopig maar geen rustdagen meer te nemen ( tot nu toe 1), omdat het prettiger is om gewoon maar in het ritme te blijven en zo ook aan het einde niet te hoeven jakkeren. We staan nog steeds iedere ochtend om 06:00 op en vertrekken dan rond 07:30. Deze dag is er koffie gepland in Estella. Om 09:45 komen we daar aan en het is daar feestweek. Iedereen is gekleed in smetteloos wit met rode shawl, broekriem of halsdoek. Het is deze dag weer uitzonderlijk heet en het routeboekje laat wat steekjes vallen als het gaat om de interpretatie van ‘heuveltjes’. Het blijkt een traject van 10,5 km oneindig klimmen en dalen in de verhouding 9:1 en er sprake van de nodige wanhoop. De percentages zijn schrikbarend, althans zo voelt het in combinatie met de zinderende hitte. Eenmaal door dit traject heen is er pauze in Viana. Uitgerekend in de Avenida de Santiago strijken we neer op een bankje dat op verassende wijze de zon heeft weten te ontlopen. Een man komt aangelopen en vraagt of we water willen. Dit levert een overtuigend ‘ja’ op en even later komt hij terug met een 1,5 liter fles ijskoud water. Daar knap je van op. Eindpunt is de grote stad Logrono. Vanaf de camping, waar we een supermarkt plekje krijgen, lopen we naar het centrum. Geen beste keuze, want het is verder dan we dachten, we moeten ook nog terug en het is nog steeds vies heet. Logrono is geen aan te bevelen bestemming. Wel een mooie kathedraal. De teller staat rond de 1800km. We hebben er nog steeds zin in!
Op dinsdag, de 24e dag, is ons einddoel Santa Domingo de la Calzada. Alleen voor de naam al zou je er heen willen. We fietsen de hele dag met “Zwolle”. Nog steeds veel klimwerk, maar veel minder heftig dan gisteren. Het is ook bewolkt en de temperaturen fors lager. We moeten zelfs soms de jasjes aan in verband met de combinatie zweet en kou in de afdalingen. Het valt op dat de Spanjaarden in de winkels en op de terrasjes vaak erg chagrijnig en onvriendelijk zijn. Zal wel met de crisis te maken hebben, maar het is niet erg gastvrij. Zelfs bij de Tourist Information zijn de vriendelijke gezichten vaak ver te zoeken. Onderweg zie je feitelijk de gevolgen van de jarenlange teruggang. Overal lege bedrijfshallen, vervallen gebouwen, dichte winkels en zelfs cafés, bars, hotels en campings zijn verlaten. Van vele dorpjes staan de helft van de huizen te koop en zijn er zelfs gehuchten waar van de 20 huizen er maar een paar bewoond zijn en binnenkort tot spookdorpen worden veroordeeld. Onderweg zijn de mensen trouwens overwegend wel vriendelijk en worden we bij herhaling toegeroepen met ‘ bon camino!’, oftewel goede pelgrimage. Steeds vaker komen we wandelaars tegen die met grote rugzakken, strohoeden of andere hoofddeksels en wandelstokken zijn uitgerust. De camping ligt 3 km uit de route in het plaatsje Banares. Het is de eerste mega camping met vele vaste staanders, veel luidruchtige campinggasten en past niet erg in de sfeer waarin we ons bevinden. We hebben geen keus, het 4-sterenhotel in Santa Domingo zit vast ook niet te wachten op ons. Samen met “Zwolle” krijgen we voor teveel geld 1 plekje waar we onze 2 tenten op moeten persen. Deze camping zal de crisis wel overleven, deels door het afzetten van pelgrims!
De 25e dag staat weer in het teken van veel klimwerk. Op alle klimmetjes is Henk verreweg de snelste en als hij boven is komt hij weer langzaam naar beneden om te kijken of het goed gaat met Anneke, om vervolgens weer vrolijk mee omhoog te fietsen. Han blijft tijdens de beklimmingen in de buurt van de dames, zgn. uit sociaal oogpunt, maar echt veel harder kan hij toch niet. Tegen de middag vinden we een plekje met twee bankjes langs een huis in een van de vele gehuchten. We willen net onze lunch spullen uitpakken als een bewoonster naar buiten komt die haar rol als lokale heks uitstekend vervult en ons wegjaagt. Verbouwereerd druipen wij af en even later zijn we haar dankbaar, want 75 meter verderop is een prachtig aangelegde picknick plaats met bankjes en drinkbaar water. Tegen de tijd dat we onze beoogde eindbestemming Burgos naderen, zien we donkere donderwolken boven de stad hangen. We rijden op een provinciale weg zonder beschutting en proberen met man en macht het eerstvolgende dorp te bereiken (6 km) voordat het losbarst. Net voor de eerste druppels vallen komen we op een kruispunt aan het begin van het dorp waar een paar huizen staan met een overkapping waar wij net kunnen schuilen. Op het kruispunt staat een politieauto ergens opbrengst wachten lijkt het.
Het plenst inmiddels en er komen nog een paar fietsers schuilen en ook enkele automobilisten. We raken in gesprek en dan blijkt dat de Vuelta van Burgos op exact dat punt langskomt over 10 minuten. Alle grote wielerploegen zijn vertegenwoordigd en renners als Contador, Nibali en Quintana zien wij even later voorbijflitsen en rechts afslaan naar de provinciale weg waar wij net nog zelf reden. Een hele leuke ervaring. Een aardige mevrouw brengt ons ook nog chocoladekoekjes. Even later vervolgen wij onze weg en een volgende plensbui kunnen we niet ontwijken. Op dat moment ook nog een explosieve klim van 14%! Als profwielrenners bedwingen we deze bult, al zal de ademnood die daarbij optrad Contador wel vreemd zijn. Maar ja, wij rijden zonder doping, of het moet de Sangria van de vorige avond zijn.
Op donderdag 8-8 hebben we een lange dag met aan het begin nog 4 klimmetjes en de rest van de dag rijden we over de Spaanse Mesetas, een hoogvlakte die grotendeels vlak is. Het is bijzonder koud aan het begin van de dag en we fietsen in de laaghangende bewolking om vervolgens te dalen en onder de wolken de zon weer te zien verschijnen. We hebben voldoende tijd om de overweldigende indrukken van de vorige avond nogmaals te bespreken. We konden toen de stad Burgos bezoeken met één van de meest indrukwekkende bezienswaardigheden die we ooit mochten aanschouwen. De kathedraal van Burgos is zo imposant met alle bijbehorende bouwwerken zoals een klooster en voormalige pelgrimsopvang. Mocht je toevallig een keer in de buurt zijn, een aanrader. Boven op één van de spaarzame heuveltjes op de eindeloze vlakte hebben we even een drinkpauze. Als we net weg willen gaan zien we in de verte een tractor aankomen. We besluiten even te wachten om de tractor veilig te laten passeren. Een beoordelingsfout, want als we even later opstappen blijken wij op onze fietsen veel sneller en moeten we in de afdaling de tractor weer zien in te halen. Een niet simpele opgave op een smalle weg. Gelukkig gaat alles goed en besluiten we na 105 km onze dag in Carrion de los Condos. Yolande is verkouden en een beetje grieperig, dus vroeg onder de wol en hopen dat het zich niet doorzet.
Ook vrijdag 9-8, dag 27, is het koud in de ochtend. Yolande heeft in de nacht de griepverschijnselen van zich af kunnen schudden. Met de jasjes aan vertrekken we en moeten een stuk van 12 km op het onverharde pad fietsen dat ook door de lopers gebruikt wordt. Al een paar dagen fietsen we de hele dag met “Zwolle” en dat bevalt goed. De koffiepauzes worden deels vanuit de thermoskan van “Zwolle” verzorgd (onze gegarandeerde 4-uurs warm houdende thermoskan kan slecht klokkijken en is na 2 uur nog een beetje warmer dan koud) en deels op terrasjes van lokale bars. Deze keer is de koffiepauze in Sahagun als we al 39 km in de benen hebben. In Reliego is een Auberge met een veldje erachter als klein campingterrein. Althans volgens het boekje. Ook hier heeft deze toeristische opvangplaats de crisis niet doorstaan en dus geen camping. Ook in het volgende plaatsje, wat iets groter is en de naam Mansilla de los Mulas draagt, is ooit een camping geweest. We troosten ons in de één van de betere plaatselijke Auberges met een mooie tweepersoonskamer en een mooie binnenplaats waar we ons pelgrimsdiner nuttigen. Leuke authentieke inrichting, maar wel wat duur voor pelgrimsbegrippen, maar we hebben het verdiend. Morgen staat de doorkomt in de grote plaats Leon op het programma.
Als we zaterdag 10-8 vertrekken blijkt de km-teller van Yolande het niet meer te doen. Zonder teller rijden is heel frustrerend, omdat je niet weet hoeveel km je nog moet naar een volgend punt, hoe lang een klim nog duurt of hoeveel km je die dag al achter de rug hebt. De opdracht is dan ook om zo snel mogelijk een nieuwe batterij te scoren. Dat zal uiteindelijk ook lukken in de mega stad Leon, maar voor we daar zijn worden we ook nog geconfronteerd met een wijziging in de verkeerssituatie, waardoor wij niet meer weten hoe te fietsen. De optie over de rijksweg wordt met levensgrote borden als ontoelaatbaar en strafbaar aangeduid. Een Spaanse meneer bevestigt ons vermoeden van een alternatieve landweg, maar wil perse met de auto voorrijden. Heeft daarbij werkelijk geen idee van het verschil tussen een auto en een fiets, want we moeten plotseling stevig doorfietsen om hem in het zicht te houden. Gelukkig maar 1500 meter, want dan stapt hij uit en wijst ons de weg, die wij op dat moment trouwens onmogelijk zouden kunnen missen maar wel heel aardig. In Leon zien we ook mooie plekjes, maar veel minder indrukwekkend als in Burgos. De kathedraal kunnen we niet in, alleen met gids en met reservering en betaling. In een paneria (bakker) annex lunchroom bestellen we 4 koffie, nemen er 4 mega grote koeken bij die je met mes en vork moet opeten, kopen 2 grote broden voor onderweg en moeten 12 euro afrekenen. Lekker goedkoop daar. Halverwege de dag komen we in Antimio de Arriba, een dorpje dat gebruikt kan zijn voor de opnames van ‘In de ban van de ring’ met Hobbithuisjes in de grond en schoorsteentjes die daar uitsteken. Op een lang stuk onverhard pad hebben de dames een voorsprong na een sanitaire stop van de heren. Achterop komt een meisje aanwandelen dat er niet meer zo monter bijloopt. Ondanks dat is het toch een leuke verschijning en Henk spreekt haar aan en vraagt of het goed gaat en of ze nog water heeft. Naar blijkt heeft zij geen druppel water meer en het pad duurt nog zeker 8 km in de brandende zon. Henk maakt zich onsterfelijk bij het naar schatting 40 jaar jongere (63/23) Israëlische meisje door haar flesje bij te vullen. Zij vraagt onze dagbestemming en dat blijkt dezelfde als de onze. ‘Misschien tot vanavond’ zegt ze als we weer doorfietsen. Dit geeft Henk vleugels wat betekent dat we in no time de dames weer hebben ingehaald. Onze Israëlische medepelgrim zullen we nooit meer zien, al was het alleen maar vanwege het feit dat wij uiteindelijk niet in het voorziene plaatsje Hospital de Orbigo overnachten. De camping daar oogt als een verzamelplaats van Familie Flodder fans en we pakken de eerstvolgende camping in Veguellina. Ook daar blijkt het zeer druk, maar we worden ingepast op de laatste twee stukjes maagdelijke grond die er te vinden zijn op de camping en hoeven maar €5,10 te betalen. We staan centraal op een splitsing aan het begin van de camping zodat iedereen langs ons moet. Iedereen is zeer vriendelijk en belangstellend. De overbuurman bied ons ruimte in zijn koelkast aan voor het koelen van de biertjes en de wijn. Morgen staan nog zware cols op het programma!